Reglementen

Baps Endurance Challenge

Algemene documenten voor Endurance seizoen 2023:

Administratieve fiche

Inschrijving Hengsten

Inschrijving jonge paarden

 

REGLEMENTEN

Deelnemers

Alle deelnemers die zijn ingeschreven bij het BAPS kunnen deelnemen aan de verschillende challenges. De eigenaars (voor challenges 1 en 2) en de fokkers (voor challenge 3) moeten lid zijn van het BAPS voor het lopende jaar. BELANGRIJK : het lidmaatschap moet betaald zijn vóór 1 maart van het jaar van de betreffende challenge, d.w.z. voor het begin van het wedstrijdseizoen.

Enkel de prestaties van het paard worden in overweging genomen: een zelfde paard mag dus door verschillende ruiters worden bereden doorheen het jaar.

Toelichting betreffende het statuut van “lid”:

Een lid kan een entiteit van een of meerdere personen betekenen en slechts één keer lidgeld betalen. Maar opgelet!!!

EIGENDOM: Om deel te nemen aan de challenges 1 en 2 moet de eigendom van het paard geregistreerd zijn onder dezelfde naam of namen als die van het lid. Elk paard dat geen eigendom is van een van de personen uit deze entiteit die meerdere groepeert, zal worden beschouwd als toebehorend tot een andere entiteit die geen lid is indien deze niet is geregistreerd als lid onder deze naam.

Voorbeeld:

Dhr X heeft 1 paard ingeschreven op zijn naam = 1 entiteit X opgenomen als lid van het BAPS.

Dhr Y heeft 1 paard ingschreven op zijn naam = 1 entiteit Y opgenomen als lid van het BAPS.

Dhr X en dhr Y hebben één zelfde paard op hun beide namen: 1 entiteit XY opgenomen als lid van het BAPS.

FOKKER: Voor challenge 3 kan een paard dat geboren is onder een entiteit die twee (of meer) personen bevat als fokker, in aanmerking komen in challenge 3 als en alleen als diezelfde entiteit lid is. Als een van namen als fokker is geregistreerd, dan wordt die als een andere fokker gezien. Het is dus onmogelijk om twee paarden te groeperen in challenge 3 als de fokkers niet dezelfde entiteit hebben (zie voorbeeld hierboven).

 

Challenges 

Challenge 1:

Voor de nationale proeven van maximum 40, 60, 80 en 90km (CEN), die gelopen worden in België en uitgevoerd worden in overeenstemming met de nationale enduranceregels van de KBRSF. Maximaal 1 “kwalificatierace” in het buitenland gereden wordt aanvaard, op voorwaarde dat er aan minstens één wedstrijd in België werd deelgenomen.

Enkel paarden die nooit hebben deelgenomen aan proeven van meer dan 90 km, mogen meedoen, behalve als één ervan al eens binnen de top drie eindigde van dezelfde challenge in de voorafgaande jaren.

Er wordt een geldprijs uitgereikt aan minstens de eerste acht geklasseerden.

Challenge 2:

Voor de nationale proeven van 100 km (CEN) en de internationale proeven 1*, 2*, 3 en 4* (CEI), die in België of in het buitenland gereden worden in overeenstemming met de nationale enduranceregels van de KBRSF en de internationale enduranceregels van de FEI.

Ook voor paarden die nog niet hebben meegelopen in bovenvermelde proeven, maar die in de vorige jaren bij de eerste drie eindigden in Challenge 1.

Er wordt een geldprijs uitgereikt aan minstens de eerste tien geklasseerden.

Challenge 3:

Voor de fokkers met minstens twee paarden uit hun fokkerij die deelnemen aan de challenge(s) 1 en/of 2. Er wordt aan iedereen een geldprijs uitgereikt.  

Punten per proef

Voor elke proef waaraan hij deelneemt, krijgt het paard punten voor zover hij geplaatst is. (De proeven “buiten competitie” worden niet opgenomen). Het aantal deelnemers aan een wedstrijd dat moet worden ingeschreven op de fiche bevat de niet-deelnemers (ND) niet.

Deze punten worden berekend aan de hand van een formule en tabellen (zie het Jaarboek of op de website van het BAPS (www.arabianhorse.be) waar voor elke wedstrijd rekening gehouden wordt met: het aantal afgelegde kilometers tijdens de wedstrijd, het aantal paarden aan de start en de positie van het paard in het klassement bij aankomst.

Belangrijk:

De nationale kwalificatieraces van 40, 60 en 80 km worden gewaardeerd met een lagere deler “D” dan de niet-kwalificatiewedstrijden (zie tabel 1).

Internationale wedstrijden gereden in België worden beloond met dubbele punten.

 

Totale punten per challenge

Voor de challenges 1 en 2 wordt het totaal aantal punten van een paard verkregen door de punten van alle wedstrijden waaraan hij deelnam bij elkaar op te tellen.

De punten van challenge 3 worden verkregen door de punten op te tellen van de paarden met eenzelfde fokker voor de challenge(s) 1 en/of 2.

NB: Een paard dat in de loop van het jaar naar een hogere categorie overstapt, neemt de punten die hij in challenge 1 verwierf mee naar de challenge 2. Hij wordt uit het klassement van challenge 1 geschrapt en kan er niet terug in worden opgenomen. 

Praktische zaken

De resultaten van elk deelnemend paard worden genoteerd op een deelnemersfiche (één per paard). U vindt de deelnemersfiche in het Jaarboek van het BAPS en op de website van het BAPS (www.arabianhorse.be). Deze kan worden gekopieerd of gedownload en zal het paard gedurende het hele seizoen vergezellen.

Op het einde van het seizoen zal de fiche per mail worden teruggestuurd naar het secretariaat van het BAPS (naar het adres onderaan de fiche (www.arabianhorse.be) tegen uiterlijk 15 december van het lopende jaar (behalve voor de weinige paarden die nog tussen 15 en 31 december van dat zelfde jaar in actie komen).

De winsten van een paard dat werd verkocht in de loop van het jaar kunnen worden gevorderd door de nieuwe eigenaar, maar alleen als deze lid is van het BAPS sinds uiterlijk 1 maart van het jaar van de betreffende challenge. 

BELANGRIJK

Op de fiche die per mail wordt opgestuurd moet de link worden vermeld van alle opgenomen wedstrijden (afkomstig van een officiële site: Equibel, FEI …).

Foute of onvolledige documenten komen niet in aanmerking.

 

Berekeningswijze

Hieronder vindt u wat uitleg over de berekeningswijze:

De te gebruiken formule is F x km/D.  De “D” is gerelateerd aan de moeilijkheidsgraad van de wedstrijd. Deze vindt men gemakkelijk terug in tabel 1. Vervolgens vervangt men “km” door het aantal kilometers van de wedstrijd. Om de “F” te vinden zijn er twee opties:

Wanneer de koers minder dan tien delenemers aan de start heeft, raadpleeg dan tabel 2.

Naargelang de rang van het paard komen we onmiddellijk uit bij de coëfficiënt “F” die gebruikt wordt in de formule.

Wanneer de koers meer dan tien deelnemers aan de start heeft, raadpleeg dan tabel 3, neem de rang van het paard en deel dit door het aantal deelnemers. Dit geeft ons een getal met decimaal tussen 0 en 1 die men in tabel 3 terugvindt. 

Vb.: Een paard dat eindigde op de zesde plaats op 23 startende deelnemers: 6/23 = 0,2608; Het getal dat men verkrijgt, ligt tussen 0,2 en 0,3 wat overeenstemt met F = 8 in tabel 3.

Vb.: Een paard dat eindigde op de 43ste plaats op 76 deelnemers: 43/76 = 0,5657.  Het getal dat men verkrijgt, ligt tussen 0,5 en 0,6, wat overeenstemt met F = 5 in tabel 3.